Op 31 januari 1860 is het aantal gelovigen als volgt verdeelt: van de 1021 inwoners zijn er:
733 Nederlands Hervormd |
146 Rooms Katholiek |
68 Doopsgezind |
50 Christelijkafgescheiden |
24 met een andere religie |
Niemand gaf "geen geloof" op want dan werd al gauw gedacht dat je tegen het geloof was. Was je tegen het geloof, dan was je "rood", met als gevolg dat je werd gemeden en niet op werk hoefde te rekenen.
De Nederlands hervormden hadden sinds 1856 al een kerk in Kleine Sluis.
De rooms katholieken kerkten eerst nog in een kerkje aan de Ruigeweg in de Zijpe, maar na een brand in 1863 kwam er behalve in Burgerbrug ook een rooms katholieke kerk in ’t Zand op 25 december in 1863. In december 1866 (Kerstmis) werd de nieuwgebouwde kerk aan de Grote Sloot in gebruik genomen. Deze staat er nog steeds.
De rooms-katholieken uit Van Ewijcksluis gingen vaak naar Wieringen ter kerk – schipper Moné was rooms-katholiek -, maar dat was een hele tocht.
Toen er in 1865 een treinverbinding kwam met Schagen, kerkten enkelen ook daar.
In 1867 nam pastoor G.L. Vroemen van ’t Zand, (pastoor van 1865 tot 1869) het initiatief om een eigen kerkje te stichten in de polder.
Secretaris van de commissie tot stichting van dat rooms-katholieke kerkgebouw was ... de Nederlands hervormde dijkgraaf De Leeuw,die grond beloofde voor de bouw van een rooms-katholieke kerk in de Spoorbuurt. Na een grootscheepse collecte in het gehele bisdom Haarlem (opbrengst hfl 15.123,65) kon de bouw van een kerk beginnen.
Er was inmiddels (op 15 oktober 1869) aan de parochie in ’t Zand een kapelaan (C.F. Philippona) toegevoegd, speciaal belast met de geestelijke verzorging van de rooms-katholieken in de polder.
Na een periode van bijna anderhalf jaar "inwonen" in een geïmproviseerde zolderkerk aan de Molenvaart, kon op 30 april 1871 de kerk (Onze Lieve Vrouw Praesentatie) in de Spoorbuurt in gebruik genomen worden.
In de "Schager courant" van 8 februari 1888 staat een verslag van de plechtige uitvaart van "den Zeereerwaarde Heer Chr. Fr. Phillipona, deken en pastoor te Schagen". Een "hevige keelziekte" maakte in enkele dagen een einde "aan zijn voor velen dierbare leven".
"Te Anna Paulowna, waar de overledene de eerste pastoor was, werd door hem alles tot stand gebracht wat voor de geestelijke behoefte ener van stoffelijke middelen schier geheel verstoken gemeente nodig was". In de Spoorbuurt herinnert de Pastoor Philliponastraat nog aan deze eerste pastoor.
De kerk bestond toen alleen uit het eerste gedeelte, het rechte gedeelte met de meeste banken. Het "kruis" is er in 1916 aangebouwd.
De fundering van de kerk bestaat uit houten palen en het waterpeil in de sloot naast de kerk vroeg dan ook voortdurend de attentie van de pater. Zodra het waterpeil ook maar enigszins daalde en de palen droog dreigden te komen, hing hij aan de bel met het waterschap.
De pastorie met links ervan de kerk, een beeldbepalend gebouw voor de Spoorbuurt van Anna Paulowna. De leeftijd van het gebouw zorgt er alleen wel voor dat het onderhoudsintensief is. Een feit waaraan wijlen pater Deins ons als parochianen meermaals wist te herinneren.
De naam van de kerk, "Onze Lieve Vrouw Praesentatie", stamt van de presentatie van Maria in de tempel.
Pastoor Piepers had een roeiboot ter beschikking en kon ook tijdens de vloed uitgaan; hij had het roeien snel onder de knie! De vele hoge bomen rond de kerk en langs de wegen in de Spoorbuurt hebben alle het loodje moeten leggen: in de polder ten oosten van de spoorlijn vindt men geen bomen meer die ouder zijn dan van 1916.

Pas door de komst van veel rooms-katholieken uit de bollenstreek in Zuid-Holland, in de jaren twintig, werd een tweede rooms-katholieke kerk in Breezand noodzakelijk. De St. Jan kwam in 1931, onder pastoor J.G. Verhoeff, gereed.
(fotos: Museum Oud Anna Paulowna)
Een brochure met informatie hierover is te verkrijgen op het secretariaat in 't Zand.